
Toetsing
Leerlijnen en competenties
Het werken met uitgeschreven leerlijnen is voor zowel de leerling als de leerkracht overzichtelijk. Vooral voor de leerling is het betekenisvol. Het behalen van een leerlijn zegt meer dan een cijfer voor een toets.
Het is mogelijk om activiteiten, zoals een leskaart of webquest, specifiek te richten op één of meerdere leerlijnen. De leerkracht bekijkt waar de behoeften liggen en past hier het aanbod op aan.
Een stap verder gaat het werken met competenties. Aan competenties zijn gedragsindicatoren verbonden. Een gedragsindicator geeft aan wat de leerkracht bij de leerling wil terugzien. Het gaat dus niet alleen om de kennis, maar ook om de
vaardigheden en houding van de leerling.
Naast leerlijnen en competenties voor de basisvakken, zaakvakken en kunstvakken is het ook mogelijk om deze te ontwerpen voor bijvoorbeeld onderzoekend leren, de 21e eeuwse vaardigheden of de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Het behalen van een leerlijn of competentie ligt in handen van zowel de leerling als de leerkracht. De leerkracht gaat met de leerling in gesprek over welke doelen zijn behaald en wat de leerling nog wil leren. De leerling moet door middel van werk in het portfolio kunnen aantonen dat hij een leerlijn of competentie heeft behaald. Deze manier van werken zorgt ervoor dat het afnemen van toetsen niet meer van belang is. Door het werken met leerlijnen, competenties en het portfolio wordt het kind met zichzelf vergeleken, en niet met anderen of een landelijk gemiddelde.
​
Kijk op http://www.culturelecompetenties.nl/cultuurmijoost voor competenties gericht op cultuuronderwijs.
​
Klik op de knoppen voor meer informatie.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​